Deel 6 – Een vaantje in Frankrijk

In een restaurant bij een schitterende golfbaan haalde de man een groen vaantje met gele opdruk uit zijn tas. Hij, voorzitter van Pitcher’s Club Baseball uit Pineuilh, had het naar zijn zin. Het was in de voorjaarsvakantie 2018. Autoritjes naar en door Frankrijk waren nog geen probleem. ,,Rooswiek” zei hij. Ik herkende het vaantje. Dit moest in 1985 aan de club in de buurt van Bordeaux overhandigd zijn. De derde aan tafel,de voorzitter uit die tijd, Jean Marie Meurant, lachte en genoot uren vol met herinneringen mee. Twee kleine avontuurlijke clubs wereldwijd bekend vonden wij.

Een jaar of drie achter elkaar was Rooswijk naar Pineuilh in de buurt van Bordeaux gereden. De aspirantenploeg nam daar vanaf de eerste editie deel aan een internationaal toernooi. Heen en terug met een bus. Om de kosten te drukken samen met een team van Pirates Amsterdam of Hawks uit Dordrecht. Later werd dat gevolgd door een trip naar het nabijgelegen Bergerac, voor een trainingskamp van de eerste teams honkbal en softbal. Zij waren ondergebracht in een school, de aspiranten bij mensen thuis. ‘Ons’ vaantje hing in de prijzenkast.

Ervaringen zoals op deze sportreizen zijn om levenslang te onthouden. Bij de softbalafdeling van Rooswijk was het altijd goed om er over te beginnen. Misschien werd het bestaan er zelfs jaren door verlengd. Meisjes werden vrouwen, de vrolijkheid van de trip hield ze bij de club. In 1988, het jaar van ‘het trainingskamp’ werd de ploeg kampioen in het rayon Haarlem en volgde promotie naar de tweede klasse. Namen? Mirjam Weckseler, Miranda van Huffel, Nicole van Bourgonje, Jolanda van der Wal uit de groep lang gebleven en verder Astrid Kee, Esmé Rademaker, Gaby van der Linden, Marion en Carolien Honig, Simone Abrahams, Ellen Lauer, Leida Out en Kirsten Kocx. Coaches waren toen Arnold Grapendaal en Ton Brouwer, begeleider Ger Doddema. Koen Niermeijer had  als coach vier jaar lang voor de basis van het succes in 1988 gezorgd.

Wat in 1953 was begonnen, softbal bij Rooswijk, lijkt in 2020 definitief voorbij. Het bewonderenswaardig jarenlang sleuren van Monique Keur ten spijt. Rooswijk moet het doen met verhalen van toen. Zoals in het boek dat bij het vijftig jarig bestaan uitkwam. Monne Reitsma liet oud-softbalsters aan het woord. Dien Broeze-Marckelbach: ,,Wij speelden handbal bij IJmond en dus eerst in handbaltenue. Later kochten we een lap groene stof en maakte iedereen zijn broekje en droegen we gele sweaters.” Mies De Vries-Klesser bestempelde haar team als  ‘allemaal sportmeiden’.  Zijn we die dus vreselijk kwijt geraakt. Wat ging er mis? Valt er nog iets door enthousiasme te repareren?

Theo Reitsma

Erelid en oud-voorzitter Theo Reitsma duikt wekelijks in de geschiedenis van onze club. 

Bekijk de eerdere berichten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.