Rooswijk heeft een tijd gekend waarin het regelmatig op stap was. Meestal naar Frankrijk of Tsjechoslowakije (toen nog één land). Dat was leuk, nuttig als trainingskamp, voor teambuilding en goed voor verhalen die jarenlang de ronde konden doen. Deze week hoorde ik een jeugdcoach die met junioren in Brno was geweest smakelijke stories ophalen. Een flink aantal van hen is nog actief als softballer, gemakshalve noem ik ze het team met Jelle Reinen.
Er was ook wel eens een negatief reisadvies waardoor een trip sneuvelde. In 1986 verviel een reis door de ramp in de kerncentrale van Tsjernobyl in de Oekraïne. Bestemming Praag raakte in stralingsgevaar. De animo slonk en de plannen smolten weg. Tot groot verdriet van de organisator aan Tsjechoslowaakse kant, die de angst overdreven vond.
Een jaar later was misschien wel de opmerkelijkste reis. Rooswijk naar het Europees kampioenschap in Barcelona. Met de bus, verblijf in een toeristenhotel, luidruchtig tot diep in de nacht op de laag gelegen verdiepingen en de voorzitter uit veiligheid hoog boven. Calella, het plaatsje waar de groep verbleef, bleek een feestelijk oord met aangenaam strand.
Wedstrijdbezoek vereiste een uitgekiend plan met het openbaar vervoer. Eenmaal in het honkbalstadion had Rooswijk een eigen plekje en een muurtje om na gebruik bijvoorbeeld limonadeflesjes en anderszins te plaatsen. Luidruchtig moedigden zij het Nederlands team aan. In de finale droop Italië af: 16-1. De wedstrijden waren ’s avonds. Heen naar Barcelona was nooit een probleem, terug was een ander verhaal. Hoe de laatste trein te halen. Met z’n allen. Aimabele secretaris Ton Brouwer, iemand met een belangrijk aandeel in het bestaan van de club, was over het algemeen de hekkensluiter. Zou hij het halen, dat was keer op keer de vraag. Het was een genoegen en een wonder hem tijdens het sluiten van de treindeuren toch steeds op tijd mee te krijgen. Legendarisch werd zijn opmerking: ‘Zit over mij niet in. Alles is hier prima georganiseerd.’
Zelf hield ik een geweldige indruk over aan de coach van het Nederlands team, Pat Murphy. Hij was één jaar in Nederland. Twaalf jaar later belde ik hem op. Als voorzitter van de bond vroeg ik hem: ,,wil je Nederland leiden bij de Olympische Spelen in Sydney 2000.” Hij zei ja, had overigens geen weet meer van dat Rooswijk-clubje in Barcelona. Tot op de dag van vandaag hebben we contact. Momenteel is hij bench coach bij de Milwaukee Brewers.
Erelid en oud-voorzitter Theo Reitsma duikt wekelijks in de geschiedenis van onze club.
In Pineuilh het internationale toernooi. Wat een feest was dat😀.